DYWIDAG is vooral bekend van de voorspantechniek. Een steeds belangrijker onderdeel van de dienstverlening vormt het thema monitoring. Oftewel: Life Span Management over de gehele levensduur van een constructie om zo meer grip te krijgen op de constructie en eventuele reparaties en versterkingen tijdig te kunnen uitvoeren.
Zeker duizend bruggen zijn in Nederland over de initiële levensduur heen. Maar wat betekent dat? Wat moet er gebeuren? “Door bruggen te monitoren, wordt inzicht verkregen in de actuele staat van een constructie”, zegt Jansen. “Onze afdeling Life Span Management kan veranderingen in constructies (niet alleen bruggen, maar ook kademuren, sluizen, enz.) volledig in beeld brengen door de integratie van sensoren. Dat geeft niet alleen informatie over een eventuele vervorming, maar over verplaatsing, verlenging en verkorting. Ook kunnen we de voorspankracht meten en hoe deze verandert met de tijd. Door in kaart te brengen waar exact de knelpunten zitten, kan er actief worden ingegrepen om calamiteiten te voorkomen. Onnodig onderhoud op basis van ‘klassieke protocollen’ is bovendien verleden tijd.”
“Wij hebben als internationaal gevestigd en opererend bedrijf de kennis, middelen én producten in huis en nemen ook heel bewust onze verantwoordelijkheid”, vervolgt Jansen. “We zetten heel hard in op de thema’s duurzaamheid en circulariteit. Zo volgen we nauwgezet de ontwikkelingen in geprinte constructies. Niet alleen qua voorspantechnieken, maar ook qua monitoringsoplossingen. We hebben bijvoorbeeld onze expertise en systemen ingezet voor de eerste geprinte fietsbrug ter wereld die drie jaar geleden in het Brabantse Gemert in gebruik is genomen en zijn nu nauw betrokken bij de ontwikkeling én monitoring van een printburg in Nijmegen. Het printen van grotere constructies betekent over het algemeen dat verschillende elementen aan elkaar gekoppeld moeten worden. De manier van opbouwen van de voorspanning vraagt om andere technieken dan de gebruikelijke methodieken in beton. Daar bieden wij de juiste oplossingen voor: voorspanning zonder aanhechting.”
Om het effect van de belasting op de voorspanning (zonder aanhechting) in (print)bruggen te monitoren, worden sensoren geïntegreerd. Jansen: “Er worden vooraf allerlei aannames gedaan. Door effectief te meten, kunnen we controleren of die aannames uiteindelijk ook gegrond zijn. Het circulaire viaduct in Kampen is een demontabele testbrug en samengesteld met losse componenten. Sensoren rondom de voorspankabels en onder de brug meten de vervorming als gevolg van de belasting op het dek. Daarnaast zijn er temperatuursensoren zowel boven als in het dek geplaatst en is er cameratoezicht om de aard van het verkeer goed te kunnen beoordelen. Ook is de positie van de brug op de aardbol met sensoren exact vastgelegd om verschuivingen te detecteren. De brug is inmiddels weer gedemonteerd en heeft zich goed gehouden. Uiteindelijk bleken onze aannames zelfs iets te conservatief en konden we met minder voorspanning af. Ook dat is een conclusie waar je maar op één manier achterkomt: meten.”
Monitoring maakt de cirkel rond, resumeert Jansen. “Door te weten wat er gebeurt en hoe iets gebeurt, kun je gericht acteren en nieuwe projecten engineeren. Zo wisten we voor de printbrug in Nijmegen, een testbrug die uiteindelijk onderdeel uitmaakt van de complete brug, de juiste voorspanning te engineeren. Ook hier is de specifieke voorspankracht tijdens het testtraject gemeten met behulp sensoren rondom de voorspankabels. De resultaten lagen precies in lijn met hetgeen berekend was. Door constructies met sensoren slimmer te maken, kunnen we uiteindelijk ook slimmer engineeren.”