Veiligheid blijft zeker in de bouw een belangrijk onderwerp. “Er zitten altijd risico’s aan materieelgebruik in de bouw. Als mensen zelf aanpassingen doen aan machines, wordt het onveilig.” Aan het woord is Jan Hommes, directeur van BMWT; de brancheorganisatie van leveranciers van bouwmachines, magazijninrichtingen, wegenbouwmachines en transportmaterieel.
Om gevaarlijke machines te kunnen gebruiken in Europa, moeten ze in technisch opzicht aan allerlei eisen voldoen. “In de Nederlandse wet zijn de Europese regels doorvertaald in de Arboregelgeving. Werkgevers zijn verplicht om veilige machines beschikbaar te stellen. Ze moeten kunnen aantonen dat er periodiek onderhoud plaatsvindt en de machines jaarlijks laten keuren door een deskundig persoon”, aldus Hommes. Het is aan de werkgever om die deskundige aan te wijzen.
BMWT zette jaren geleden het BMWT-keurmerk op. Zo bewaakt de organisatie de kwaliteit van machines met gecertificeerde keurmeesters en vaste keuringslijsten. “Een belangrijk voordeel voor de gebruiker is dat de keurmeester gegarandeerd deskundig is. Daarnaast vertrouwt ook de Arbeidsinspectie op dit systeem.”
Er is nog een ander belangrijke veiligheidsfactor: degene die de machine bedient. “Die moet voldoende instructie hebben gehad om de machine veilig te kunnen bedienen. Ook dit is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Voor bepaalde werkzaamheden gelden er wettelijke eisen voor de bediener. Maar voor veel machines, zoals graafmachines, is dat niet zo”, aldus Hommes. Dan kan de werkgever de medewerker bijvoorbeeld een bedieningstraining of een machinistenopleiding aanbieden. Hommes: “Maar het is wel belangrijk dat je hier aandacht aan blijft geven. Dus niet denken: deze medewerker voldoet aan de eisen en er dan niet meer naar omkijken. Gebeurt er toch een incident? Dan toetst de Arbeidsinspectie of er aan de zorgplicht is voldaan. Is de machine gekeurd, was de bediener wel vaardig?”
Vaak ontstaat een incident door onvoorziene omstandigheden. Door veiligheid doorlopend aan bod te laten komen op bijeenkomsten, bij herhalingstrainingen en bij functioneringsgesprekken, kunnen werkgevers aantonen dat ze aan hun zorgplicht voldoen. “Dit lijkt ingewikkeld en vervelend, maar de ervaring leert dat als je veiliger werkt, dit ook de productiviteit bevordert. Daar win je enorm mee. Daarnaast is het een flinke kostenpost als het werk stil ligt na een incident. Dus veilig werken loont, in alle opzichten.”
Ook de materieelsector in de bouw staat voor een enorme uitdaging op het gebied van verduurzaming. Doelstelling is om in 2030 volledig emissieloos te werken. “Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Op het oog lijkt het snel te gaan met het overstappen naar elektrische machines, maar in de praktijk gebeurt dit nog slechts met mondjesmaat. Het heeft tijd nodig, zeker voor de grotere machines. En dus moeten we realistisch blijven: voor de grotere machines zijn er ook mogelijkheden om de emissie te verlagen, bijvoorbeeld met nieuwere, schonere dieselmachines. Mijn oproep aan de sector: kijk ook naar de praktische mogelijkheden die er al zijn.”
Te snel willen veranderen, levert ook weer risico’s op. Zo constateert Hommes dat bedrijven zelf bestaande machines gaan ombouwen tot elektrische machines. “Is die machine nog wel voldoende veilig? Wat gebeurt er met de elektromotor als de machine de sloot in glijdt? Begrijp me niet verkeerd: je mag machines ombouwen. Maar laat dat doen door een partij die dat goed kan en wees je ervan bewust dat de omgebouwde machine opnieuw gecertificeerd moet worden.”