Platform over beton en staal in de bouw
INTERVIEW | Grote risico’s in samengestelde constructies

INTERVIEW | Grote risico’s in samengestelde constructies

Brandklasse ligt onder het vergrootglas

Wie een gebouw laat neerzetten door vakkundige partijen, verwacht dat het gebouw voldoet aan de regelgeving en dat de brandveiligheid geregeld is. Maar de waarheid blijkt anders. De bepalingsmethode die de regelgeving aanstuurt, vertoont hiaten. Daarnaast is toepassing van de regelgeving geen garantie dat een gebouw ‘fire-resilient’ is.

Deze conclusie trekt Ruud van Herpen, senior adviseur Brandveiligheid en technisch directeur van Nieman Raadgevende ingenieurs. “De voorschriften lijken helder”, stelt hij vast. “Grotere gebouwen worden verdeeld in compartimenten, zodat uitbreiding van de brand wordt vertraagd. We maken vluchtroutes en beperken verspreiding van de rook. De eisen aan draag- en scheidingsconstructies zijn duidelijk. Onduidelijk is echter hoe samengestelde constructies daaraan kunnen voldoen. Zeker bij gestapelde woningbouw levert dat brandrisico’s op.”

Afzonderlijke delen

Op onderdelen wordt er voldoende getest met kleinschalige testmethoden. De toegepaste materialen in constructies worden getest op de vereiste brandklasse en bij brandwerende scheidingen wordt getest of de brandwerendheid voldoende groot is. Van Herpen: “Deze maatregelen worden echter teniet gedaan als de brand zich langs de gevel kan verplaatsen en zo de brandcompartimentering kortsluit.”

Brandklasse onder het vergrootglas

Een schrijnend voorbeeld hiervan is de brand in de Londense Grenfell Tower in 2017. Deze brand brak uit op de vierde verdieping van het 24 etages tellende gebouw en werd aanvankelijk als ‘onschuldig’ ingeschat. Maar de vlammen bereikten de brandgevoelige gevelplaten, het brandbare isolatiemateriaal en brandbare delen in de gevelconstructie. De woontoren brandde volledig af. “Dat heeft ons wakker geschud”, vertelt Van Herpen. “Sindsdien ligt de brandklasse van buitengevels onder het vergrootglas. Toetsers en ingenieurs in heel Europa onderzoeken nog steeds hoe zij bij samengestelde constructies kunnen testen of de brandklasse wordt gehaald. Als afzonderlijke elementen in een constructie voldoen aan brandklasse B, betekent dat niet dat de hele constructie brandklasse B heeft.”

Betere voorlichting

Van Herpen is ook praktijkleraar bij de TU Eindhoven, waar hij bouwkundige ingenieurs leert hoe zij het probleem bij de bron kunnen aanpakken. Hij maakt ze doordrongen van het doel van de voorschriften, biedt oplossingen voor de gevels en leert hoe ze detailleringen betrouwbaar maken, zodat een brand niet ‘doorloopt’. Ook vanuit zijn eigen adviespraktijk geeft hij voorlichting.

“Gebouwen compartimenteren met brandwerende scheidingen is een zinvolle, effectieve maatregel”, vertelt hij. “Het geeft tijd om te vluchten en hulp te verlenen. Maar de faalkans van die scheidingen kan oplopen tot 50%. We lijken dit acceptabel te vinden, ook bij duurzame panden. Maar dat zie ik anders. Een pand wordt als duurzaam beschouwd wanneer het een hoog duurzaamheidslabel scoort. Brandveiligheid maakt echter geen onderdeel uit van zo’n label, wat een afbrandscenario reëel maakt. Van een gebouw met een afbrandscenario kun je niet met droge ogen beweren dat het een duurzaam gebouw is.”

Nieuwe risico’s

Er is nog veel te doen op het gebied van brandveiligheid. Zo zorgt het luchtdicht bouwen voor nieuwe brandscenario’s en levert de vergrijzing nieuwe brandrisico’s op. Wat is de kracht van vluchtroutes in woon-/zorgcentra als de meerderheid van de bewoners slecht ter been is of dementeert en de vluchtroutes niet kan gebruiken? “We zijn ons beter bewust van de bestaande risico’s, maar er ontstaan ook steeds nieuwe risico’s. De voorschriften moeten sneller anticiperen op deze ontwikkelingen.”  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details