Vraag naar betonrenovatie groeit, zelfs in tijden van COVID-19

Aannemers, studiebureaus, architecten en andere opdrachtgevers hebben in veel gevallen nood aan specifieke bijkomende expertise om betononderzoek uit te voeren, schadediagnoses te maken en een oplossing voor herstel te bieden. Daarvoor doen ze een beroep op externe experts. Sanacon (Zwijnaarde) heeft in 5 jaar tijd een stevige reputatie opgebouwd als ingenieursbureau voor betononderzoek en -advies. Om op de toenemende vraag uit de markt in te spelen en klanten een nog veelzijdiger aanbod te kunnen garanderen, blijft deze spin-off van UGent verder investeren in de uitbreiding van kennis en aanwerving van nieuwe ingenieurs met passende profielen.

Tekst | Johan Debaere  Beeld | Sanacon

Als het van Sanacon afhangt, hoeft niemand zich nog zorgen te maken over de toestand en het onderhoud van betonconstructies. Het ingenieursbureau, gespecialiseerd in betononderzoek en -advies, streeft immers naar een wereld zonder betonproblemen door wetenschappelijke kennis en onderzoeksmethoden om te zetten in een praktisch bruikbaar advies, op maat van de klant. “Als spin-off van het Laboratorium Mangel voor Betononderzoek beschikken we over een unieke expertise op het vlak van schadediagnose, structurele analyse, kathodische bescherming, monitoring, kwaliteitscontrole en technisch advies”, vertelt zaakvoerder Tim Soetens. “Samen met Mathias Maes stond ik in 2015 aan de wieg van dit bureau. We werken in opdracht van aannemers, studiebureaus, architecten, beheersmaatschappijen en bouwheren. Sinds 2017 zijn we continu bezig met de uitbreiding van ons team, om te blijven voldoen aan de verwachtingen binnen een snel groeiende markt van betonrenovatie en betonadvies in het algemeen. Vandaag bestaat ons team uit 5 fulltime ingenieurs en 2 freelancers, aangevuld met een technisch medewerker en een administratieve kracht.”

De betonexperts van Sanacon voerden onderzoek uit bij het Spaarbekken De Blankaart in de Westhoek.

Kathodische bescherming

Sanacon kan al een breed portfolio van projecten voorleggen, waaronder de uitwatering van de Blankenbergse Vaart, Spaarbekken De Blankaart, het Huis van de Arbeid, HoGent, Brussels Expo, Thiepval Memorial, de spoortunnel van de NZ-verbinding, de brugkelder van de Dampoortbrug, de Wasserij der Vlaanderen en het jubileumcomplex in de Zoo van Antwerpen, de Leopold II-tunnel,… om er maar een paar te noemen. Het ingenieursbureau krijgt echter meer en meer vragen uit de bouwsector, vaak ook voor aspecten waarvoor ze de expertise nog niet in huis heeft. Daarom bouwt het team haar kennis steeds verder uit en worden ook nieuwe mensen aangetrokken. “Sinds 2018 kunnen onze betonexperts ook helpen bij het aanpakken van de problematiek rond wapeningscorrosie met behulp van kathodische bescherming.
We geven algemeen advies, ontwerpen systemen, installeren proefvlakken en voeren controlemetingen uit. Daarvoor beschikken we over een aantal medewerkers met een niveau 3 certificering volgens de Europese norm EN ISO15257:2017”, geeft de zaakvoerder aan. “Aannemers hebben vaak niet de kennis om dat zelf te doen, waardoor we voor hen een meerwaarde kunnen betekenen. We doen ook eigen onderzoek op vlak van galvanische kathodische bescherming en bekijken hoe we dit in de praktijk kunnen toepassen. Het is onze taak om aannemers, architecten en studiebureaus in de eerste plaats bewust te maken van de mogelijkheden van deze herstelmethodiek en daarna hun vertrouwen erin te laten toenemen.”

Klant volledig ontzorgen

Het ingenieursbureau van Maes en Soetens is vooral bekend voor betononderzoek en -advies, maar staat sinds kort ook garant voor een complete ontzorging van opdrachtgevers. Zo volgen de specialisten actief betonherstellingsprojecten op en zorgen ze voor een gepaste controle tijdens de uitvoering. “We ondersteunen ook bij het uitschrijven van bestekteksten en de interpretatie ervan bij de uitvoering. Die bestekken zijn bij veel projecten immers al lang uitgeschreven vooraleer de werken finaal in uitvoering gaan. Voor de aannemer is het dan ook heel belangrijk om die bestekken op een correcte manier te interpreteren, rekening houdend met de nieuwe normen en eisen. Om onze klanten daarin bij te staan, is ons team recent uitgebreid met een aantal mensen die uit de uitvoering komen en die projecten samen met de klant kunnen opvolgen”, aldus Soetens. “We krijgen ook steeds meer vraag naar onderzoek met betrekking tot het draagvermogen van bestaande constructies, waarvan bijvoorbeeld geen wapeningsplannen meer beschikbaar zijn. Zo worden we betrokken bij de renovatie of herbestemming van oude panden met elementen uit gewapend beton, waar onze klanten vragen of het mogelijk is om eventueel een bijkomende verdieping te voorzien of dat er PV-panelen op het dak geplaatst kunnen worden. Samen met de opdrachtgever bekijken we of de bestaande betonconstructie stevig genoeg is. Bij een negatief advies denken we mee over mogelijke versterkingsconcepten, zoals het aanbrengen van uitwendig gelijmde wapening.”

De dakrand van de gebouwen van HoGent werd geïnspecteerd met behulp van een drone.

Birth Certificate

Intussen stellen we bij Sanacon vast, dat het aantal betonrenovatieprojecten steeds verder blijft toenemen, zelfs in deze tijden van COVID-19. Vandaag focust Sanacon echter niet langer alleen op het herstellen van beton bij schade, maar ook op preventief onderzoek. Het beton wordt hierbij onderzocht zonder dat er vooraf schade vastgesteld is, waardoor men sneller kan anticiperen op eventuele problemen. “We werden vroeger gecontacteerd als het eigenlijk al te laat was, maar vandaag willen we reeds vanaf de oplevering van een project de nieuwe betonelementen onderzoeken. De infrastructuur krijgt een zogenaamd ‘Birth Certificate’, waarbij onder meer de kwaliteit van het beton, de betondekking en eventuele gebreken in kaart gebracht worden. Zo kan het onderhoudsprofiel vanaf dag één uitgestippeld worden. De levensduur van infrastructuur uit gewapend beton zal zo gevoelig verbeterd worden”, sluit Soetens af. “De fouten uit het verleden moeten vermeden worden. Daarom moeten we inzetten op het preventieve in plaats van het curatieve.”