Rijkswaterstaat heeft de ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Alleen al met het oog op de enorme vervangings- en renovatieopgave een gigantische uitdaging. Daarom werkt de overheidsorganisatie nauw samen met de markt. Zo worden onder meer de mogelijkheden verkend van het hergebruik van (onderdelen van) kunstwerken. Met consortium Groene Liggers V.O.F. is al een mooie eerste stap gezet, waarbij meer dan 300 liggers van bestaande kunstwerken in de A9 worden geoogst voor inzet elders. Nu is het zaak om het hergebruik verder op te schalen en te standaardiseren.
Liggers vermalen en opnieuw maken heeft een grote impact op het klimaat. Rijkswaterstaat vond dat dit anders moest. In 2020 is er daarom een innovatie-uitvraag (SBIR) gedaan om met de markt een circulair viaduct te ontwerpen. “We hebben vanuit Rijkswaterstaat een open leeromgeving voor een half jaar gefaciliteerd, waarin bedrijven in verschillende consortia met elkaar konden brainstormen”, vertelt Iris Lommerse, innovatiemanager bij Rijkswaterstaat. “Het leidde tot 32 inzendingen, die door een onafhankelijke commissie zijn beoordeeld. Vervolgens zijn tien consortia aan de slag gegaan met een haalbaarheidsstudie en daaruit zijn drie ontwerpen gekozen die een prototype mochten ontwikkelen, waaronder Liggers 2.0 en consortium Closing the Loop, bestaande uit Nebest, Antea Group, Stukton Civiel en GBN.”
Bij het concept van Closing the Loop wordt een oud viaduct als legosteentjes uit elkaar gehaald en opgebouwd als nieuw viaduct op een andere plek, legt Frank Rens van GBN uit. “Of als het nieuwe viaduct breder moet worden, maken we van twee smalle viaducten één nieuw kunstwerk. Het circulaire viaduct in de A76 bij Nuth wordt het eerste prototype van dit concept. Ondertussen werken we ook aan de opschaling van het concept, waarbij we ons in eerste instantie alleen concentreren op het hergebruik van de prefab liggers. Omdat alle partijen potentie zagen in dit concept, inclusief Rijkswaterstaat, is de handschoen opgepakt om het concept te gaan opschalen en standaardiseren, zodat het over een aantal jaar standaard kan worden uitgevraagd in nieuwe contracten en breed door de markt kan worden opgepakt en uitgevoerd. In die fase zitten we nu, waarbij we de verbreding van de A9 hebben aangegrepen om liggers te oogsten en te leren wat er nodig is voor de opschaling.”
De A9 wordt verbreed en voor een groot gedeelte verdiept aangelegd. “Elf bestaande viaducten worden zodoende allemaal overbodig”, zegt Jason Koppelle, productmanager betononderzoek bij Nebest. “Ze dateren uit de jaren zeventig, zijn pas een kleine vijftig jaar oud en hebben daarmee het einde van hun ontwerplevensduur nog niet bereikt. Sterker nog, aan de hand van materiaalonderzoek en restlevenduurberekeningen hebben we voor de eerste batch liggers al aangetoond dat deze nog makkelijk honderd jaar mee kunnen. Zodoende worden er ruim 300 liggers in drie fases geoogst. Een gedeelte is al uitgenomen, de tweede fase vindt eind dit jaar plaats en begin 2025 oogsten we de laatste liggers.” Het oogsten gaat volgens Jason redelijk snel. “Bij de meeste viaducten wordt eerst een tijdelijke ondersteuning geplaatst om de liggers ‘op te vangen’. Vervolgens worden de druklaag en dwarsverbindingen doorgezaagd en komen de liggers vrij te liggen, waarna ze worden uitgehesen en getransporteerd naar een tussenopslag.”
Het merendeel van de in de A9 geoogste liggers heeft al een bestemming: een deel gaat naar de A44, terwijl een ander deel wordt gebruikt voor de bouw van een nieuw kunstwerk in de N201 van de provincie Noord-Holland. “De overige geoogste liggers worden opgenomen in de nationale bruggenbank, wachtend op een tweede leven”, zegt Lommerse. “Voor deze liggers zijn we momenteel bezig met het zoeken naar een juiste match.” Rens vult aan: “De A44 is nog in aanbesteding, dus dan is er nog redelijk wat ruimte om het ontwerp op de geoogste liggers af te stemmen. De liggers worden sowieso iets ingekort en passen daarmee binnen de aangescherpte rekenregels.”
Het milieuvoordeel van het hergebruik van de liggers is groot. CO2-besparingen lopen op tot 97% ten opzichte van de inzet van een nieuwe ligger. “Wel zijn we ons ervan bewust dat we concurreren met een markt die super efficiënt en lineair werkt. Hergebruik geeft extra werk. Daarom is het zaak om het te standaardiseren en daarbij een optimale rolverdeling te vinden tussen markt en overheidsinstanties. Behalve Rijkswaterstaat hebben ook waterschappen, gemeentes en provincies immers kunstwerken en viaducten in hun areaal die in aanmerking komen voor potentieel hergebruik.” Lommerse: “Eenmaal gestandaardiseerd kunnen we gaan opschalen door hergebruik vast te leggen in bijvoorbeeld contractering, zodat het in toekomstige projecten procesmatig wordt toegepast. Standaardisatie vormt tevens de opstap naar hergebruik van andere onderdelen van een viaduct. Een deel is techniek wat je moet oplossen, maar de grootste uitdaging zit ‘m in het optuigen van het proces. En dat zijn we nu gezamenlijk aan het leren.”
Neem dan rechtstreeks contact op met Nebest BV.
Contact opnemen