… is op dit moment niet het meest sexy om te doen. Maar dat is wel anders geweest in bijvoorbeeld de jaren ’70, met het brutalisme als ultieme uiting om met beton en staal een heel fysieke en destijds (voor de liefhebbers) ook sexy architectuur te maken. Zo bouwen we nu al lang niet meer en veel brutalistische gebouwen zijn al gesloopt of dusdanig verwaarloosd, dat er weinig meer aan te genieten valt. Het opvallende is wel dat de jonge generatie het brutalisme weer waardeert.
Moe van alle design gefrutsel en quasi verantwoorde duurzaamheid verlangt deze generatie blijkbaar naar de onbezonnen jaren ’70. Zo ging ik kort geleden (op zijn verzoek) met mijn 23-jarige zoon Jorn naar Londen om daar brutalistische knallers – zoals hij ze noemt – te bekijken. Er blijkt een ‘brutalist map’ of Londen te bestaan, dus we waren al snel klaar met het programma! Het hoogtepunt was zonder twijfel Barbican Estate; een grote vlek op de brutalist map en geheel gemaakt van beton en staal. En hoe! Vreemd genoeg had ik dit complex geheel gemist tijdens mijn opleiding in Delft, het brutalisme was daar toen heel gewoon met de aula van de TU Delft (Van den Broek en Bakema), waar we dagelijks aan voorbij fietsten. Ik was totaal niet voorbereid op het spektakel van de Barbican Estate, die net leek te zijn opgeleverd. We stapten zo de jaren ’70 binnen; de beste versie!
Een van de geheimen van dit project is denk ik gelegen in het feit dat alle betonnen oppervlakken in situ zijn gebouchardeerd (wie durft dit nog te bedenken, laat staan uit te laten voeren?). Dit geeft de gebouwen een zachtheid die vaak ver te zoeken is bij betonnen gevels. Ga het zien! Maar eigenlijk zijn deze gebouwen even relevant als de tempels in Egypte. Prachtig, maar we bouwen nu niet meer zo. Teveel macho en teveel CO2. Nu moet alles toch in hout?
Naast een andere brutalistische knaller, het National Theatre, ontdekten Jorn en ik een enorm betonnen casco dat aan een tweede leven begon. Helemaal geen probleem in Londen! Dat zette mij aan het denken. Waarom alles van hout? Waarom schieten we vaak zo in uitersten, alles beton, alles glas, alles hout, overal groen? Zeker, het is stoer en soms sexy zo’n uitgesproken keuze. En ook ik ben vol vuur over bouwen in hout. Maar gaat het de wereld echt helpen? Ik vraag het mij soms af.
Ik deel hier graag de volgende droom: stel, we maken de casco’s van gebouwen vanaf nu van staal-/betonnen structuren die 100% modulair en demontabel zijn. Een sterk en stapelbaar frame dat ingevuld kan worden met onder andere hout. Liefst in een beperkt aantal varianten. Een Building World Standard, net als bij containers. Deze structuren kunnen eindeloos worden hergebruikt en blijven eigendom van de producent die ze leaset aan de gebouweigenaar. Daarmee zijn ze direct concurrerend met casco’s die na 50 jaar weer worden gesloopt. De modulaire casco’s worden ingevuld met wanden en technische installaties en aangekleed met een eigentijdse architectuur die komt en gaat, als een langzame eb en vloed van economie, gebruik en stijl. Alle woningen en kantoren overal ter wereld kunnen ermee worden gemaakt.
Niets nieuws natuurlijk, gewoon het idee van drager en inbouw bedacht in 1961 door John Habraken, maar dan overal ter wereld, in Building World Standard. En… ook een uiterste, natuurlijk, maar daarom is het ook een droom…