Tagarchief: Circulaire economie

Grote rol voor beheer en onderhoud van betonconstructies: De circulaire economie komt eraan

BOP-1A
Lees het gehele artikel

De ambities van het Rijksbrede Programma ‘Nederland circulair in 2050’ zijn hoog. Dat geldt ook voor de reductie in het verbruik van primaire grondstoffen, dat in 2030 gehalveerd moet zijn. Of we die ambities waar gaan maken, weten we definitief over 7 en 27 jaar. Maar we maken het ons lastig, zo niet onmogelijk als er niet meer aandacht komt voor onderhoud, stelt het BetonOnderhoudsPlatform (BOP). Daarom organiseert de betonreparatiebranche op 30 maart de Zuidelijke Betonreparatiemiddag waarin zij vooral beleidsmakers, vastgoedbezitters en -beheerders wil tonen hoe men een grotere bijdrage kan leveren aan een circulaire economie. “Geen circulaire economie zonder betononderhoud.” 

Anthony van den Hondel, voorzitter van BOP en het KB-Kenniscentrum en eigenaar van CP Advice (gespecialiseerd in kathodische bescherming).

Iedereen heeft de mond vol van circulair denken en een circulaire economie. Circulair bouwen is ook in opkomst. De focus ligt volgens het BOP dan doorgaans op het ontwerpen van nieuwe duurzame, adaptieve en levensbestendige gebouwen en nieuwe civiele constructies met een lage MKI-score of zelfs volledig klimaatneutraal. “Onderhoud krijgt daarin onterecht te weinig aandacht”, stellen Anthony van den Hondel, voorzitter van BOP en KB-kenniscentrum en Jelle Lecluijze, bestuurslid bij BOP. Lecluijze: “Iedereen kent het vlindermodel van de Ellen MacArthur Foundation. De rechterhelft beschrijft de technische cyclus die gaat over constructies en gebruiksgoederen. De binnenste cirkel van deze technische cyclus gaat over renovatie en onderhoud. Juist deze cirkel zorgt voor het meeste behoud van waarde en draagt dus het meeste bij aan de circulaire economie. Desondanks wordt onderhoud nog steeds niet voor vol aangezien en teveel beschouwd als een kostenpost die je moet minimaliseren.”

Onderhoudskosten uitgezet in de tijd.

Levensduur

Beton neemt in dit verhaal een bijzondere plaats in. Het is wereldwijd en ook in Nederland het meest gebruikte bouwmateriaal. “Het kan een hele hoge levensduur hebben”, vertelt Van den Hondel. “Het Panteon in Rome staat al 1.800 jaar overeind en in Nederland is ook een groot deel van onze welvaart en rijkdom de afgelopen 150 jaar gebouwd met beton. Maar de betonkwaliteit is veelal matig, waardoor verwacht wordt dat al in de leeftijd van twintig tot veertig jaar corrosie van de wapening zal ontstaan terwijl deze constructies minimaal honderd jaar mee dienen te gaan! We staan bovendien in Nederland voor een enorme vervangingsopgave in bijvoorbeeld de infrastructuur en met een groeiend aantal gebouwen dat het einde van de technische levensduur nadert of al bereikt heeft. Het is maar de vraag of die vervangingsopgave gaat lukken. Heeft Rijkswaterstaat het komende decennium wel budget om dit uit te voeren? En hoe gaan corporaties om met de stikstofcrisis? Met de aanstaande CO2-beperkingen en de te verwachten overlast van bouwwerkzaamheden wordt de druk op instandhouden groter en groter. Ik denk dat er op dit moment te weinig moeite wordt gedaan om gebouwen, kunstwerken en andere constructies in stand te houden.”

‘Het kan nog wel even mee’

Lecluijze illustreert dit met een grafiek waarin onderhoudskosten in de tijd zijn uitgezet. “Constructies van beton blijven heel lang goed, totdat er schade ontstaat. In 75% van de gevallen wordt deze schade veroorzaakt door wapeningscorrosie, in de volksmond betonrot genoemd. Dit is het begin van de opgaande lijn. In die opgaande lijn van oplopende schade zit het punt waar men in actie komt, meestal te laat en gedwongen omdat het bijvoorbeeld te gevaarlijk wordt. Tijdig onderhoud had de schade beperkt of zelfs voorkomen. Preventief onderhoud had de hele lijn naar rechts doen verschuiven. Dat betekent een langere levensduur en minder beslag op schaarse middelen. Wat we nog te vaak zien, is dat schades wel geconstateerd worden, dat is dus nog laag in de opgaande lijn, maar dat dan wordt gezegd: laat maar zo, het kan nog wel even mee. Zeker als het weinig risico’s oplevert, doet men er niks mee.”

Jelle Lecluijze, bestuurslid bij BOP en eigenaar van Solid Services (advies over beheer en onderhoud van stalen en betonnen constructies).

Langere levensduur gestraft

Volgens Van den Hondel is onderhoud te weinig onderdeel van de systematiek. “Neem het Betonakkoord, waarin de focus nagenoeg volledig ligt op nieuwbouw. Dan gaat het met name over de samenstelling van betonmengsels, slankere profielen in de draagconstructie of het demontabel bouwen, maar niet over het positieve milieueffect van de constructies die er al staan. Dat is de CO2 die we al een keer hebben uitgegeven. Kijk, soms is het neerzetten van een nieuw pand verstandiger, bijvoorbeeld als dat in het gebruik veel energiezuiniger uitpakt. Maar puur beoordeeld naar het materiaal, is laten staan en goed onderhouden altijd beter. Wat mij stoort, is dat je bij nieuwbouw in alle duurzaamheidsrekensommen wel een kleinere voetafdruk krijgt door een iets slankere constructie, maar dat een iets zwaardere constructie die twee keer zo lang meegaat puntenaftrek oplevert. Behoud zit niet in het systeem, je wordt er niet voor gecompenseerd. Maar wat je niet uitstoot, nu of in de toekomst, is een reële besparing die je zichtbaar moet maken.”   

Vastgoed moet langer mee

Het BOP wil de grotere aandacht voor onderhoud ook doen landen bij de vastgoedbeheerders. “Jaarlijks gaan meer miljarden om in onderhoud dan in nieuwbouw”, vervolgt Van den Hondel. “In het rendementsdenken van ontwikkelaars speelt onderhoud echter vaak nog een ondergeschikte rol. Je zet iets neer en na 50 jaar, of zelfs eerder nog, sloop je het weer. Economisch heeft het dan al zijn nut bewezen voor de eigenaar. Dit is om een aantal redenen niet meer vol te houden. Ten eerste is de kostprijs van CO2 nu nog erg laag, maar die gaat binnen afzienbare tijd flink stijgen. Dan worden korte termijn strategieën met sloop en nieuwbouw opeens onrendabel en wordt verstandig onderhoud een stuk aantrekkelijker. Ten tweede hebben we te maken met een toenemende schaarste aan middelen en materialen. We willen in Nederland tot 2030 zo’n 900.000 woningen bouwen. Dat gaan we al niet halen. Waarom zouden corporaties dan tienduizenden woningen slopen voor vervangende nieuwbouw? Dat komt daar dan nog eens bovenop. Ik zou zeggen: renoveer zoveel als mogelijk, daarmee ben je wat betreft de constructie circulair bezig en wellicht moet je met functionaliteit – vaak een reden voor sloop – wat creatiever omgaan. Ten derde moeten woningen met de huidige vervangingssnelheid niet honderd jaar mee maar moet dat worden opgerekt naar zelfs 150 jaar. Dat betekent: langer en beter onderhouden. En niet de oude vorm van onderhoud, die vooral bestaat uit brandjes blussen en calamiteiten oplossen, maar meer aandacht voor preventief en predictief onderhoud. Dat bespaart enorm in de kosten.” 

De galerij kan na de renovatie weer decennia mee.

Motorstoring

Met kleine dingen gaat het gek genoeg vaak anders, vergelijkt Lecluijze. “Als het lampje van de motorstoring in de auto gaat branden, rijden we meteen naar de garage, anders rijd je de motor misschien in de soep. Houten kozijnen laten we elke vijf jaar schilderen, anders rotten ze er op gegeven moment uit. Maar bij gebouwen en kunstwerken lijkt deze logische denkwijze niet op te gaan. Daar is relatief weinig budget voor onderhoud, terwijl voor alle objecten geldt dat alles in stand gehouden kan worden en dat kleine, tijdige investeringen grote uitgaven in de toekomst voorkomen.”

Een middag voor toekomstmakers

Met de deadlines van 2030 en 2050 in het verschiet moeten we de bakens verzetten. Van den Hondel: “We moeten van de lineaire economie toe naar een circulaire economie. De prijs voor CO2 die we straks gaan betalen gaat daarvoor de dwang opleveren. Door de levensduur van constructies te verlengen, kunnen we een substantiële bijdrage leveren aan die opgaven. Als collectief heeft het BOP de kennis in huis om dit te realiseren en dat willen we graag uitdragen. Daarom hebben we het programma van onze aanstaande Betonreparatiemiddag gericht op gebouwbeheerders en andere toekomstmakers, zoals Daan Fousert die noemt. Het programma bestaat voor de pauze uit maatschappijbrede verhalen over klimaat en leiderschap: hoe we kunnen omgaan met het Klimaatakkoord? Na de pauze worden de toehoorders getrakteerd op succesverhalen uit de praktijk. Daaronder vallen bijvoorbeeld het hoogwaardig hergebruik van de betonnen liggers van een viaduct in een nieuw viaduct, een complexe case van woningcorporatie Bo-Ex die materialen uit oude flats hergebruikt, Vestia die op slimme wijze de levensduur van dertien woonblokken wist te verlengen en een project op Chemelot waar op basis van onderzoek van TNO de levensduur van zestig jaar oude industriekolommen met minstens 25 jaar werd verlengd. Mooie voorbeelden waar beleidsmakers, beslissers, uitvoerenden, vastgoedeigenaren en ontwikkelaars veel van kunnen leren.”   

BOP
In het BetonOnderhoudsPlatform, kortweg BOP, werken vier brancheverenigingen samen. Zij hebben één missie: samen de beste zijn op het gebied van betonreparatie en de markt daarvan laten profiteren. De branchepartijen zijn: de Vereniging van gecertificeerde Beton Reparatiebedrijven (VBR), de Vereniging van Adviseurs op het vakgebied van Beton Onderhoud en -Reparatie (VABOR), de Vereniging Leveranciers van Betonreparatie en Beschermingsmiddelen (VLB) en KB-kenniscentrum (experts op het gebied van kathodische bescherming).

Zuidelijke Betonreparatiemiddag op 30 maart 2023: ‘Geen circulaire economie zonder betononderhoud’

Donderdag 30 maart 2023 in de LocHal in Tilburg 

12.00 uur Ontvangst met broodjes 
12.45 uur Welkomstwoord 

DEEL I

Klimaatakkoord en leiderschap toekomst

13.00 uur Gerard van der Steenhoven (Universiteit Twente en voormalig hoofddirecteur van het KNMI): Het klimaat verandert; wat nu? “Waarom weten we zeker dat klimaatverandering door de toegenomen uitstoot van broeikasgassen wordt veroorzaakt, wat de gevolgen zijn en hoe het klimaat zich naar verwachting de komende honderd jaar zal ontwikkelen? Naast antwoord op deze vragen is er ook aandacht voor mogelijkheden om de gevolgen te beperken en – beter nog – de oorzaak van klimaatverandering weg te nemen.”

13.45 uur Daan Fousert (auteur en veranderprofessional): Hoe om te gaan als leider met het Klimaatakkoord, en hoe Ecologisch Intelligent ben jij als toekomstmaker? “Er is een omslag nodig in leiderschap en in ons denken. Een bewustwording van wat Ecologische Intelligentie betekent en welke impact dat heeft op alle aspecten van de ecologie. Wat zou het prachtig zijn als deze branche leading wordt in het inzichtelijk krijgen dat reparatie en hergebruik de weg is naar een ecologisch economie, waar duurzaamheid, natuur en cultuur de basis vormen van innovatieve ontwerpen en circulariteit gekoppeld wordt aan principes uit de biomimicry.”

14.30 uur Pauze

(Netwerken, interactie duurzame projecten en producten vanuit stands met hapjes en drankjes.

DEEL II 

Praktijk betononderhoud

15.15 uur uitkomsten footprint

15.30 uur Wouter van den Berg (Nebest Adviesgroep): Hergebruik van bestaande bruggen en viaducten. “Welke ontwikkelingen spelen er op het gebied van circulariteit en specifiek hergebruik? Wat voor kansen biedt dit voor de betononderhoudssector? Closing the Loop is een consortium dat het sluiten van de cirkel voor hoogwaardig hergebruik als doel heeft. Om de herbruikbaarheid van bestaande objectonderdelen van kunstwerken zoals viaducten en bruggen te kunnen bepalen, is de herbruikbaarheidsscan ontwikkeld.”

15.50 uur Martijn Broekman (Woningcorporatie Bo-Ex): Hergebruik op hoog niveau. “In het nieuwbouwplan voor de Ivoordreef is ervoor gekozen om materialen uit de oude flat te gaan hergebruiken in plaats van nieuwe materialen aan te wenden die veel CO2 kosten. Een unieke samenwerking tussen Bo-Ex en de Gemeente Utrecht.”

16.10 uur Pascal van Montfort (Royal HaskoningDHV) en Joep Lemmens (Sitech): Waarom moet het anders dan we altijd gedaan hebben? “Op de Chemelot-site staan 3.500 oude kolommen van beton, die het vitale netwerk van product- en utilityleidingen ondersteunen. Aan deze ‘aging assets’ is het juiste onderhoud nodig om de komende 25 jaar een ongestoorde en integere ligging van leidingen en kabels te waarborgen. Samen met TNO is een plan ontwikkeld om dit veilig en tegen de meest optimale kosten uit te voeren.”

16.30 uur Eric Parel (Hof Wonen, voorheen Vestia) en Chris Uittenbogaard (BOP): Flat gered van sloop door reparatie en onderhoudsplan balkons. “De 328 balkons van in totaal 13 woonblokken in de Industriewijk in Delft verkeerden in een slechte conditie. Eigenaar Vestia zocht naar mogelijkheden om de balkons, en daarmee feitelijk ook de woningen, te behouden. Via inventieve oplossingen voor de diverse gebreken is het gelukt om de levensduur te verlengen.”

17.00 – 18.00 uur Netwerken en afsluiting met hapjes en drankjes

Locatie: 

LocHal, Burgemeester Brokxlaan 1000, 5041 SG Tilburg

Voor kaarten: mail naar BOP@supportenservices.nl of bel Angelique Nagtegaal op 0642316931. Kijk voor meer informatie op www.betononderhoudsplatform.nl   

‘Beton biedt enorme potentie in de circulaire economie’

BouwOort_Oss_Granulaat_03
Lees het gehele artikel

Beton is na water de meest gebruikte grondstof ter wereld en heeft volgens Betonhuis een enorme potentie in de circulaire economie. Zo kan beton 100% worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De betonsector werkt hard aan het realiseren van de circulaire doelen voor 2030. Als kenniscentrum zoekt Betonhuis voortdurend naar nieuwe manieren om bij te dragen aan een betere wereld. Zo focust zij op nóg veiliger werken, maar ook op natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen, energiezuinige ontwerpen, slankere constructies en adaptieve en remontabele betonelementen. 

Transitieteam Circulaire Bouweconomie

Momenteel bestaat slechts 5% van de ingrediënten in nieuw beton uit gerecyclede materialen. “Een heleboel betonreststromen worden nu nog gebruikt in andere toepassingen, zoals voor fundatiemateriaal in wegen. Het Betonakkoord daarentegen stelt dat betonreststromen uit de gebouwde omgeving hergebruikt moeten worden in nieuw beton. Dat betekent dat slopers en recyclers de opdracht moeten krijgen om selectief te slopen. Helaas gebeurt dat nog (lang) niet in alle gevallen.” Aan het woord is Paul Ewalds, sectormanager betonmortel & coördinator beleid en regelgeving bij Betonhuis. “Vanuit Betonhuis zijn we actief bezig om de hele keten te informeren om hier richting aan te geven. Bovendien wordt vanuit de TU Delft gewerkt aan een methodiek om beton te kunnen beoordelen op kwaliteit, voordat het gesloopt wordt, zodat hoge kwaliteit beton ook hoogwaardig hergebruikt wordt in plaats van in laagwaardige toepassingen. Dan maken we de cirkel pas écht rond. Gelukkig wordt deze visie breed gedeeld. Zo ontfermt het Transitieteam Circulaire Bouweconomie zich over de bouw. In haar rapport ‘adviesroute naar een circulaire bouweconomie’ is een advies opgesteld aan de overheid om de doelen tot grondstoffenvermindering te behalen. Daarin is ook uitgebreid aandacht voor beton. Een goede zaak, met name vanwege de aanpak om de gehele keten mee te nemen in de doelstelling.”

Foto’s 1-3: 

Amsterdams woon-werkgebouw met daktuin. In 2016 is het gebouw getransformeerd door Van Heeswijk Architecten. Op de eerste verdieping heeft opdrachtgever Vesteda haar hoofdkantoor gevestigd. De architect raadde aan het pand geheel te strippen, waardoor het betonnen bouwskelet zichtbaar werd. Bovenop het pand is een 700 m2 grote gezamenlijke daktuin gerealiseerd met panoramisch uitzicht. Deze werd mogelijk door een versterkte betonnen druklaag toe te voegen aan de dakconstructie.

Bouwwaardemodel

Zoals in het Betonakkoord ook al wordt gesteld, komt slechts een deel van de prestaties van beton op de thema’s circulariteit en duurzaamheid van het materiaal zelf. “Het overgrote deel van de te bereiken circulaire doelen ligt in de ontwerpfase”, benadrukt Ewalds. “Er moet aandacht zijn voor een circulair ontwerp. Het Bouwwaardemodel is daarvoor een goed instrument. Een van de belangrijkste aspecten daarin is levensduur en dus circulair ontwerpen. We ontwerpen nu nog steeds lineair. Dat wil zeggen, de betonconstructie wordt ontworpen voor de eerste gebruiker en toepassing, terwijl het veel duurzamer is om in het ontwerp al verder te kijken dan de huidige opgave. We bouwen voor meer dan 100 jaar. Hoe kan het gebouw gebruikt worden als het haar beoogde functie verliest? Het Bouwwaardemodel pleit voor adaptief en remontabel ontwerpen, waarbij ook de betonconstructie aangepast en/of gedemonteerd kan worden op andere gebruikerswensen en functies. In de huidige systematiek worden gebouwen na 50 jaar afgeschreven. Absoluut onnodig! Een gebouw en zeker de betonconstructie is na die periode nog heel veel waard, want deze kan makkelijk 100 tot 150 jaar mee. Dat is drie keer zo lang en levert een heleboel duurzaamheids- en circulariteitsvoordelen op.”

Paul Ewalds, sectormanager betonmortel & coördinator beleid en regelgeving bij Betonhuis.

Ewalds: “De tijdelijke Rechtbank Amsterdam bijvoorbeeld, laat de toekomst van bouwen zien. Idealiter worden binnen 30 jaar alle bouwwerken ontworpen om gemakkelijk aan te passen of elders weer op te bouwen en de beton en betonconstructies dienen bijvoorbeeld 150 jaar mee te gaan. Maar voor het zover is, moet er nog heel wat water door de Rijn. En daarbij hebben we de hele keten nodig. De eerste stappen in die richting hebben we gezet. Beton heeft in de circulaire economie een enorme potentie.”

Nederland als koploper

Nederland is overigens koploper in Europa in het gebruik van betonreststromen in nieuw beton. Weliswaar is het maar 5%, maar dat is nog altijd meer dan in de landen om ons heen. Ook qua totale CO2-impact van beton lopen we voorop. In Nederland is beton verantwoordelijk voor 1,6% van de totale CO2-uitstoot. Gemiddeld in Europa is dat 6% en wereldwijd zelfs 9%. Dat komt volgens Ewalds omdat we in Nederland allemaal secundaire materialen toepassen, zoals vliegas en hoogovenslakken. “Het Betonakkoord biedt nog veel handelingsperspectief om de CO2-uitstoot verder te verlagen, want uiteindelijk willen we naar nul uitstoot. Zo is de cementindustrie intensief bezig met de afvang van CO2 en hergebruik in andere materialen, zelfs buiten de eigen keten. De betonindustrie loopt met het Betonakkoord in Nederland wat dat betreft mijlenver voor op andere branches.” Dat is vermoedelijk ook de reden dat Betonhuis is gevraagd om voorzitter te worden van de werkgroep circulaire economie bij de Europese koepel. Want Europa en zelfs de rest van de wereld kan gerust een voorbeeld nemen aan hoe de betonindustrie zich in Nederland als keten manifesteert om de beoogde klimaatdoelen te behalen.

First Circularity Economic Package 

Toch zijn er ook Europees gezien positieve ontwikkelingen. Ewalds noemt onder meer het First Circularity Economic Package waarin op Europees niveau is aangekondigd dat de Construction Products Regulation wordt gerepareerd. “Er komt een CE-keurmerk op cement én betonmortel. Dat heeft nogal een impact, want het betekent dat producten die op de bouwplaats worden gemaakt, zoals betonmortel, ook onder de CPR gaan vallen. De aannemerij moet zich beseffen dat zij hierin straks ook een wezenlijk aandeel heeft; ze moet een Declaration of Performance afgeven. Verder is er een nieuwe duurzaamheids- en circulariteitssystematiek aangekondigd. Het vervangt de huidige systematiek die niet in alle landen is geharmoniseerd. Het nieuwe ecosysteem zou volgens de plannen deel uitmaken van de Ecodesign Directive. Het kan zomaar van grote invloed zijn op de lokale bepalingsmethoden, zoals de MPG. Het doel erachter is om niet enkel op materiaalniveau, maar de milieu-impact van het totale project te beoordelen. Kortom, er hangt ons nog van alles boven het hoofd.”

Demontabel bouwen, dat is de toekomst, zodat bestaande betonnen kunstwerken kunnen worden hergebruikt. Dat vindt bruggenexpert Rob Vergoossen van Royal HaskoningDHV. Het dringt het gebruik van primaire grondstoffen terug en leidt tot een kosten-, CO2- en MKI-besparing. Samen met Vlasman, Haitsma, Dura Vermeer en SGS heeft Royal HaskoningDHV een plan uitgewerkt om betonnen liggers van viaducten die gesloopt worden, elders in nieuwe viaducten toe te passen. (Beeld: Rob Vergoossen)

Stel, we zijn 100 jaar verder en er wordt in Nederland net zoveel gebouwd als er gesloopt wordt. Zouden we dan nieuw beton kunnen maken uit 100% gerecyclede betonreststromen? “Jazeker”, zegt Ewalds stellig. “De betonindustrie staat al lang gesteld voor het hoogwaardig recyclen, maar circulariteit gaat veel verder dan dat. En daar hebben we de hele keten bij nodig. Maar de eerste stappen zijn al gezet, en alle vrijkomende betonreststomen die nu beschikbaar komen, kunnen we al in nieuw beton toepassen.” Ook kunnen opdrachtgevers bij de CSC-gecertificeerde bedrijven via de CSC-R-module van Betonhuis aangeven hoeveel circulair materiaal er toegepast mag worden in nieuw beton. En voor geïnteresseerden, via de CO2-module wordt de maximale klimaatimpact van het bestelde beton inzichtelijk. Ook in een duurzame en circulaire economie heeft beton een enorme potentie.   

Betonnen keerwanden op termijn 100% circulair

Lees het gehele artikel

Het streven naar een 100% circulaire economie brengt de nodige uitdagingen met zich mee, zeker in de wereld van beton. De huidige normen rechtvaardigen het gebruik van hernieuwbare grondstoffen tot maar 20% als het gaat om constructieve toepassingen. Toch heeft Bosch Beton een belangrijke stap gezet met de realisatie van een compleet nieuwe fabriek die op termijn in staat is om de productie van keerwanden 100% circulair te kunnen uitvoeren.

“We zien steeds meer mogelijkheden voor verduurzaming van beton, zowel in samenstelling als in productie”, begint Brechtje van den Beuken-van den Bosch van Bosch Beton. “Onze nieuwe betonfabriek in Barneveld is sinds 1 juni van dit jaar in bedrijf en helemaal geënt op een duurzaam proces. Uniek voor Nederlandse begrippen.” Het energieverbruik wordt gecompenseerd met ruim 18.000 zonnepanelen op het dak, maar ook het productiewater is een gesloten systeem. Dit wordt opgevangen, gefilterd en opnieuw ingezet. De fabriek is Breeam Outstanding ontworpen. Maar de keerwandproducent gaat nog een stap verder.

Hogesterktebeton

Een product een tweede leven kunnen geven, vereist een hoge kwaliteit. Bosch Beton geeft dan ook de voorkeur aan hogesterktebeton. “Keerwanden in een C60/75-betonkwaliteit kennen een zeer fijne poriënstructuur en zijn beter bestand tegen het indringen van zuren, vorst en dooizouten. Dat speelt in Nederland misschien iets minder, maar is een belangrijk aspect in de omringende landen. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het product meegaat. Met een levensduur van vijftig tot zelfs honderd jaar kan een keerwand bijvoorbeeld heel eenvoudig een tweede leven krijgen.

Een tweede voordeel van hoge­sterktebeton is dat het slanker bouwen mogelijk maakt tot wel 40%. De Deutsche Bundesbahn bijvoorbeeld schrijft een betonkwaliteit voor van C30/40 met een wanddikte van 25 centimeter om de beoogde levensduur te garanderen. Wij weten diezelfde levensduur te garanderen met een slechts 15 centimeter dikke wand. De initiële investering is misschien hoger, maar het levert uiteindelijk aanzienlijke besparingen op.”

Geopolymeerbeton

Om uiteindelijk tot een circulaire economie te komen, zal men volgens Van den Beuken – van den Bosch op een andere manier moeten omgaan met investeringen. “De initiële investering moet niet leidend zijn. Bekijk het over de lange termijn en gun producten een tweede leven. Innovaties gaan heel snel, er vinden mooie ontwikkelingen plaats. Zo hebben we hoge verwachtingen van geopolymeerbeton die op termijn het cementbeton kan vervangen. Daarnaast verwachten we een verschuiving naar custom made producten, waarbij we ook met restmaterialen van de opdrachtgever zelf werken. Onze nieuwe fabriek is hierop al ingericht. De weg naar een 100% circulaire economie zullen we immers samen met onze opdrachtgevers en aannemers moeten bewandelen.”   


Bosch Beton

Grote Bosweg 1, 3771 LJ  Barneveld

T 0342 44 1050

E keerwand@boschbeton.com

www.keerwand.nl