Tekst: Havana Orange
Beeld: René van den Burg

Het Barneveldse bedrijf ontvangt de onderscheiding specifiek voor de, in opdracht van J.P. van Eesteren uitgevoerde, sloop en afvoer van het voormalige kantoor van het European Patent Office in Rijswijk. “Dit gebeurde op tien meter afstand van de 60.000 vierkante meter glas tellende gevel van het nieuwe kantoor”, licht Arjan van Hamburg, Hoofd Veiligheid van J.P. van Eesteren toe. “Er is geen ruit gesneuveld. Sterker nog, in de klus van 55.000 manuur was het verzuim erg laag en hebben zich slechts drie incidentjes voorgedaan.”

Volgens Van Hamburg was dat niet een kwestie van geluk. “In een branche die nog wel eens bekend staat om het ‘rauwdouwen’, pakt Vink het gewoon ontzettend professioneel aan. Met een serieus werkplan voor elk onderdeel, het lopen van veel werkplekinspecties, het regelmatig zelf indienen van verbetervoorstellen én het betrekken van onze medewerkers bij hun toolboxen.”

De verkiezing verliep via nominaties door de projectmanagers van J.P. van Eesteren. Na uitgebreide checks van trackrecords en analyse van de projecten, bepaalden de vakjury en medewerkers van ‘JP’ met hun stem, wie de winnaar is geworden. “Supermooi bericht”, aldus Martijn de Vries, projectleider bij Vink. “Het is toch een blijk van extra waardering voor ons werk. We zijn er trots op!”

De sloop van het EPO-kantoor omschrijft De Vries als uitdagend. “Het was werken op een postzegel, naast een glaspaleis. Wij gebruiken ook nog eens zwaar materieel. Met een 600 tons Terex-Demag kraan met een mastlengte van 132 meter, voelt het dan alsof je naast een vaas aan het werk bent. Maar het is allemaal prima verlopen. Ook vrijwel geen klachten. Het nieuwe kantoor ernaast was volop in bedrijf, waardoor we het geluid van onze sloopwerkzaamheden tot een minimum moesten beperken. De enige klacht die we toen kregen, was dat men onze bouwradio hoorde. Dat voelde eerlijk gezegd als een compliment.”

De award is volgens De Vries een beloning voor jarenlang investeren in veiligheidsbewustwording bij Vink. “Vijftien jaar geleden droeg vrijwel niemand een helm; nu draagt iedereen er een. We hebben onze eigen veiligheidskundige; die neemt tijdens elke werkplekinspectie steeds een andere medewerker van de bouwplaats mee, zodat het ook voor de mannen in de praktijk gaat leven, waar de veiligheidsrisico’s liggen. We zijn nu bezig met de certificering op de Veiligheidsladder voor de Veiligheid in Aanbesteding (ViA). We voldoen al aan de eisen van de Veiligheidsladder; het is nog een kwestie van de administratieve afhandeling.”

De Veiligheidsladder is één van de redenen waarom J.P. van Eesteren de Safety Awards in het leven heeft geroepen. “We besteden veel aandacht aan veiligheid”, aldus Michel Hoogendoorn, directeur Projectrealisatie. “Intern reiken we jaarlijks de Safety Awards uit aan een individuele medewerker, een projectteam op een groot project en een projectteam op een klein project.” Met de Veiligste Bouwpartner betrekken we er ook ons netwerk bij. Zo was vorig jaar Terberg Totaal Installaties de winnaar.

Hoogendoorn: “Een flink deel van onze bouwproductie wordt uitgevoerd door onderaannemers. Zij hebben dus een grote impact op de veiligheid op onze bouwplaatsen. Goed gedrag belonen, werkt beter dan het bestraffen van fouten. Vandaar de award. Daarnaast is het een impuls om met J.P. van Eesteren trede 4 van de Veiligheidsladder te behalen. En, ook niet onbelangrijk, we nemen de Governance Code Veiligheid in de Bouw serieus. Vanaf 2022 hanteren opdrachtgevers de zogenoemde Veiligheidsladder (NEN Safety Culture Ladder) om het veiligheidsbewustzijn van organisaties meetbaar, inzichtelijk en vergelijkbaar te maken. Om het veiligheidsbewustzijn als keten te verhogen, wordt niet alleen certificering gevraagd van opdrachtnemers, ook de opdrachtgevers laten zich certificeren! Zo ontstaat een gezamenlijke en eenduidige aanpak voor de gehele sector.



Deze award is bedoeld als een oproep om dat ook echt te doen, als je voor ons en andere grote bouwbedrijven wilt blijven werken. Samen gaan we voor meer veiligheid in de keten, met als doel de bouwplaats nóg veiliger te maken voor iedereen.”