Interview met Sander den Blanken: ‘Op alle plekken – binnen en buiten de keten – laten we onze stem horen!’

Mooi natuurlijk dat bedrijven – zoals bijvoorbeeld BAM Infra Nederland – het hebben over ‘duurzaamheid en circulariteit’. Maar hoe wordt dit dan vormgegeven in de praktijk? We spraken met Sander den Blanken, Managing Director Infra Asset Management en Director Commercial and Business Development bij BAM Infra Nederland. We legden hem vier vragen voor.

1. Wat is de definitie van duurzaamheid volgens BAM Infra?            

“Duurzaamheid is het streven naar succesvolle business waarbij projecten een positieve milieu-impact genereren. Stap voor stap, want Nederland moet wel bereikbaar, bewoonbaar en veilig blijven. Als we hier niet aan willen werken, dan ontstaat er schade aan de economie. Ja, het is een ingewikkelde uitdaging want we hebben hier nu eenmaal te maken met grenzen aan de ruimte. Voor ons bij BAM Infra Nederland geldt dus dat we een bijdrage willen leveren aan hele concrete oplossingen én dat we in staat zijn om de conflicterende doelen in dat grote geheel toch op elkaar te laten aansluiten. Laten we verder niet vergeten dat winst maken oké is: want, met winst kunnen we investeren en het businessmodel nóg duurzamer maken!  Zo is het ook weer!”

2. Het bereiken van duurzaamheid vereist investeringen. Logisch. Maar hoe krijgt dat praktisch vorm bij BAM Infra?     

“Je kunt dat vanuit verschillende perspectieven bekijken. Zo kun je enerzijds de focus hebben op je eigen impact. Dus, hoe ga je om met je materieel en afval? Hoe voer je regie over de processen op kantoor? Anderzijds gaat het ook om de impact van leveranciers, zoals bij de materialen die we inkopen. Hoe dat er praktisch uitziet? Wel, door emissieloos te bouwen leveren we al een hele wezenlijke bijdrage. En dat kan. Wij hebben immers alles in huis – dus ook de middelen – om dat te realiseren.” 

3. Op welke wijze handelt BAM Infra Nederland in de praktijk met betrekking tot het verminderen van de voetafdruk van de directe activiteiten? We hebben het hierbij over jullie scope 1 en 2 voetafdruk.

“Onze doelstelling is gericht op het verminderen van de CO2-intensiteit. Als we die meten, dan kunnen we corrigeren voor de gevolgen van veranderingen in het bedrijf, zoals veranderingen in type projecten, zakelijke groei en/of desinvesteringen. We hebben een extern gevalideerd Science Based Reduction Target. Deze komt overeen met het pad van maximaal 1,5 graden wereldwijde opwarming. Onze scope 1 en 2 doel in 2026 is 80% reductie ten opzichte van 2015.”

“We hopen om onze 2026-doelstelling te behalen door middel van 100% inkoop van gecertificeerde groene elektriciteit en de elektrificatie van de leasewagenvloot en het materieel. En we hebben het over de vervanging van diesel door gecertificeerde, duurzame biobrandstof.”

4. En, op welke wijze doet BAM Infra dat in de praktijk met de indirecte activiteiten? Dus, in de hele waardeketen: de scope 3 voetafdruk?

“Wel, afvalbeleid is bijvoorbeeld een van de aandachtspunten binnen onze organisatie. Voorheen bevatten de pallets op de bouwplaatsen veel plastic. Natuurlijk vragen we ons af  hoe we dit kunnen aanpassen of verminderen. Daar slagen we al goed in! De meeste scope 3 zit echter in het gebruik van materialen zoals beton, asfalt, staal en het brandstofverbruik van subco’s. De complexiteit is echter groot, vanwege de verscheidenheid aan producten en leveringsketens. We werken eerst naar een verbeterde scope 3-meting voor de materialen met een hoge impact zoals beton, staal en asfalt. In de keten kijken we daarom naar de kansen om de bouwomgeving te decarboniseren. Voorbeelden hiervan zijn het aanbieden van CO2-arm asfalt. Of we zoeken een samenwerking met betonleveranciers om het gebruik van CO2-arm beton te verhogen. Natuurlijk gaat het hier ook om een samenwerking met staalleveranciers om duurzamer gerecycled staal te gebruiken.” 

“Kortom… op alle plekken binnen én buiten de keten laten we onze stem horen!”