Tagarchief: circulariteit

Thema Circulariteit op het Beton Event

Noort-Huitema-afbeelding-sessie
Lees het gehele artikel

Sinds de jaren ’60 heeft het gebruik van beton als constructiemiddel een geweldige vlucht genomen. Er zijn in de afgelopen jaren hele traditionele, maar ook hele bijzondere constructies gemaakt, waarbij optimaal gebruik is van de eigenschappen van het materiaal beton (goed kunnen opnemen van drukspanningen en goed in complexe vormen te modelleren).


Hoewel deze constructies in technisch opzicht veelal nog voldoen zijn ze economisch, vaak door andere gebruikseisen dan die bij het ontwerp golden, verouderd. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de vele kantoorgebouwen uit de jaren ’70 en ’80 die niet meer aan de huidige eisen voor een kantoorgebouw voldoen. Door de recente coronacrisis zal dit proces zeker nog verder versnellen.

Circulariteit: herbestemming beton

Tijdens het Beton Event belichten we circulariteit vanuit het perspectief herbestemmen. In het verleden was de werkwijze het oude gebouw slopen en een nieuw bouwen. Naast dat het slopen van gebouwen, bruggen, viaducten en sluizen kostbaar is, verdwijnt daarmee het vrijkomende materiaal beton veelal laagwaardig in de hergebruikketen. Dit heeft tot gevolg dat er nieuwe constructies van ‘nieuw beton’ gebouwd worden met een forse uitstoot van CO2. Met het Betonakkoord willen we als ‘BV Nederland’ het gebruik van nieuw beton en daarmee de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk terugbrengen.

In lezingen over circulair beton worden voorbeelden gegeven van gebouwen en constructies die economisch en/of functioneel aan het einde van hun levensduur zijn. Door creatief en anders naar deze gebouwen en constructies te kijken kunnen ze een nieuwe bestemming krijgen, soms met een kleine bouwkundige ingreep, waardoor ze niet gesloopt hoeven te worden. Dit levert een forse besparing op in de uitstoot van CO2.

De praktijk leert dat er vaak ideeën te over zijn, maar door het ontbreken van technische info over het betreffende object is het lastig om vast te stellen of in constructief opzicht aan de nieuwe functie-eisen kan worden voldaan. In de break-out sessies geven ervaringsdeskundigen aan hoe zij hier in de praktijk mee zijn omgegaan. Ook wordt nader ingegaan op hoe je toekomstbestendig kunt bouwen, evenals het werken met een donorskelet.

Kortom na het bijwonen van de lezingen zullen betrokkenen naast ideeën voor hergebruik ook handvatten aangereikt krijgen hoe zij in technisch opzicht kunnen onderbouwen dat het betreffende gebouw voldoet aan de technische eisen.

Bekijk het volledige programma om te zien welke sprekers optreden en bepaal welke sessies jij wilt volgen tijdens het Beton Event op 26 november!

Duurzaamheid, milieu, arbeidsveiligheid en circulariteit

naamloos-1-kopieren-2
Lees het gehele artikel

De samenhang in oppervlaktetechniek

Duurzaamheid, milieu, arbeidsveiligheid en circulariteit zijn begrippen die vaak los van elkaar worden beschouwd. In de wereld van oppervlaktetechniek waar met ‘gevaarlijke’ stoffen wordt gewerkt, is dat volgens Egbert Stremmelaar, directeur van de Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (Vereniging ION), geen optie. “Maar het gebeurt wel, in Den Haag, in Brussel, …, om nog maar te zwijgen over het aantal ngo’s met allemaal slechts één focus. Het probleem is dat de maatschappij niet zo simpel is.” 

Ofschoon veel gebruikt, is de term ‘gevaarlijke’ stoffen in de ogen van ION niet correct. “Er zijn wel stoffen waarbij je (ernstige) gezondheidsschade oploopt bij niet deskundig gebruik. Het gevaar zit dus vooral in de manier van hoe de mensen ermee omgaan. De term ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen) past dus beter”, stelt Stremmelaar. “Verreweg de meeste ZZS-stoffen zijn productiestoffen en komen niet (vrij) voor in het eindproduct.”

Zwemmen

Stremmelaar begint zijn visie met een voorbeeld. “Water, we hebben het in overvloed in Nederland. Blijf je te lang onder water of drink je het teveel, dan bestaat de kans op verstikking of vergiftiging. Daarom hebben we met z’n allen allerlei maatregelen getroffen, om goed om te gaan met water. We leren kinderen al van jongs af aan zwemmen, er is toezicht op gevaarlijke plaatsen en mocht het toch misgaan, dan is er altijd de reddingsbrigade nog. Datzelfde systeem is ingericht voor het werken met gevaarlijke stoffen. Daarmee werken enkel mensen die zijn opgeleid voor het omgaan met deze stoffen, volgens goed vastgestelde procedures en gecontroleerde processen in een fabriek. En ook hier: mocht het onverhoopt misgaan, dan zijn er een goed ontruimingsplan en de brandweer en veiligheidsregio als back-up.”

Chroom-6

“De Oosterschelde- en Maaslandkering beschermen ons tegen het oprukkende water”, vervolgt Stremmelaar. “Als je de zuigerstangen niet zou behandelen met chroom-6, dan zijn ze binnen een half jaar vastgeroest. Met andere woorden: als je chroom-6 uitbant, introduceer je andere gevaren. Terwijl als je deze stof inzet op een geëigende installatie en volgens procedure verwerkt, het geen gevaar voor de gezondheid hoeft op te leveren en je een duurzaam, veilig en mogelijk circulair eindresultaat creëert. Voor de goede orde, chroomtrioxide (chroom-6) is de productiestof in de fabriek. In het eindproduct zit metallisch chroom, vergelijkbaar met de badkamerkraan. De boodschap moet vanuit alle invalshoeken verteld worden en dat is het grootste probleem. Het zijn afzonderlijke items, ook in Den Haag. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat benadert één en ander vanuit milieuoogpunt en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de focus op veiligheid en arbeidshygiëne, terwijl het ministerie van Economische Zaken handelt vanuit het economisch perspectief. Het zijn allemaal eilanden; ieder doet zijn ding. Dat zie je nu ook gebeuren met de coronacrisis: er wordt alleen over gezondheid gesproken.”

Emoties

Volgens Stremmelaar komen er zeker in de wereld van oppervlaktebehandeling veel te veel emoties bij kijken. “Daar lopen we tegenaan. Terwijl als je een stof als chroom-6 objectief zou benaderen, er heel andere conclusies getrokken kunnen worden. Natuurlijk, chroom-6 is schadelijk voor de gezondheid, maar die risico’s kunnen we beheersen door het in te zetten op geëigende installaties, volgens vastgestelde procedures en in een gecontroleerde omgeving. Dan heeft het geen nadelig effect op de gezondheid voor de mensen die ermee werken. Bedenk bovendien dat er in Nederland 10.000 mensen werken met chroom-6 en dat deze stof bij 200 processen wordt ingezet. Gaan we die mensen ontslaan? Een luchtvaartbedrijf heeft op Schiphol-Oost een galvaniseerbedrijf om vliegtuigen met schade binnen twee uur te kunnen repareren. Zouden we dat bedrijf opheffen omwille van het uitbannen van chroom-6, dan moeten de vliegtuigen naar een locatie buiten de EU worden gestuurd voor een vergelijkbare exercitie. Dat betekent dat een vliegtuig drie dagen uit de roulatie wordt genomen en leeg op en neer vliegt. Wat voor effect heeft dat alleen al op de CO2-uitstoot?”

Hernieuwbaar

Ook het thema circulariteit raakt meerdere facetten, verduidelijkt Stremmelaar. “Als gevolg van het verregaand recyclen van bijvoorbeeld aluminium, raakt het basismateriaal steeds verder vervuild. Koffiecupjes worden immers samen met aluminium kozijnprofielen ingezameld. Om uiteindelijk toch tot een zo duurzaam mogelijk hernieuwbaar kozijnprofiel te komen, is een ‘agressieve’ voorbehandeling voor het aanbrengen van een coating een must. Of je moet alles op een hoogwaardige manier inzamelen en recyclen. Dat betekent alleen al voor aluminium meerdere scheidings- en/of ophaalsystemen, laat staan voor de overige metalen. Kortom, niet wenselijk en waarschijnlijk ook niet haalbaar. Terwijl de oplossing en het systeem gewoon voor handen zijn, net zoals in alle voorgaande voorbeelden. Een oplossing die de economie zo min mogelijk schaadt, de mens en het milieu zo min mogelijk belast en dat alles met een maximale levensduur.”   

Building Holland goes digital

naamloos-3-kopieren
Lees het gehele artikel

Het innovatie event Building Holland krijgt een digitale variant. De eerste online versie wordt gehouden op donderdag 25 juni en staat in het teken van Circulariteit. Jaarlijks worden vier digitale edities georganiseerd. Building Holland Digital is onderdeel van de gewijzigde strategie. De komende jaren zal Building Holland zich transformeren tot een ROI gedreven platform.

Volgens Head of Events van Building Holland Dirk van Gemert is dit een logische ontwikkeling. “Voor bezoekers worden we een accelerator voor innovatie, kennis en verbinding in de bouw- en vastgoedsector. Voor onze partners zijn we een platform dat ervoor zorgt dat hun sales funnel gevuld is. We combineren hiermee een fysiek event met vier online momenten door het jaar.”

De eerste Building Holland Digital is toegankelijk voor maximaal vijfhonderd bezoekers, aan het online event kunnen alleen partners van Building Holland deelnemen. Bezoekers kunnen plaatsnemen op de mainstage, luisteren naar interessante keynotes, ze kunnen deelnemen aan innovatietafels en de innovatie boulevards bezoeken. In alle gevallen wordt de interactie tussen bezoeker, partner en keynote gestimuleerd.

Van Gemert: “We willen vooral een tool in de markt zetten die het mogelijk maakt te netwerken. In Building Holland Digital is daar ruimschoots gelegenheid voor. Bezoekers en partners kunnen elkaar letterlijk opzoeken. Ze kunnen ook via een elevator pitch van maximaal 180 seconden uitvinden of ze elkaar interessant vinden. Daarnaast beschikken alle online-partners over een eigen stand die ze naar eigen inzicht kunnen inrichten.”

Easyfairs biedt partners van Building Holland drie deelnamepakketten aan die zorgen voor maximale zichtbaarheid op de online events. Samen met de partners werkt Easyfairs het programma de komende twee weken uit. Begin juni is het programma bekend. Vanaf dat moment is het voor bezoekers mogelijk zich te registreren.

Grootste vastgoedeigenaar in Nederland zet in op duurzaamheid en circulariteit

foto_rijksoverheid-kopieren
Lees het gehele artikel

Het Rijk heeft een stevige positie op de vastgoedmarkt. Deze positie is belangrijk bij het realiseren van de kabinetsdoelstellingen op het terrein van werken, wonen, duurzaamheid en circulaire economie. Op welke manier geeft het Rijksvastgoedbedrijf invulling aan deze doelstellingen? We vragen het Raymond Knops, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en in die hoedanigheid ook verantwoordelijk voor het Rijksvastgoedbedrijf.

“Als grootste vastgoedeigenaar in Nederland kunnen we een grote bijdrage leveren om de duurzaamheidsdoelen uit het regeerakkoord te halen”, begint Raymond Knops. “Zo worden nieuwe panden momenteel bijna energieneutraal gebouwd. Bij bestaande gebouwen nemen we op natuurlijke momenten maatregelen om die duurzamer te maken. Bijvoorbeeld bij renovatie en groot onderhoud. Hierdoor houden we niet alleen de kosten goed in de gaten, maar doen we het ook op een manier waarop het voor aannemers goed is uit te voeren en we gesloopt bouwmateriaal niet onnodig weggooien. Daarnaast kijken we naar de omgeving van een gebouw. Samen met de provincie Zuid-Holland en gemeente Den Haag ontwikkelen we Energierijk Den Haag. Een programma waarmee we in een deel van het centrum van Den Haag een duurzame omgeving willen creëren. We gaan daar niet één enkel gebouw verduurzamen, maar pakken een heel gebied aan om zo op kosten te besparen en tientallen gebouwen gezamenlijk te vergroenen.”

Platform CB’23

Op 18 januari 2018 werd het startschot gegeven voor het Platform CB’23, waarvan het Rijksvastgoedbedrijf één van de initiatiefnemers is. We zijn nu ruim een jaar verder. Wat zijn de eerste resultaten? “CB’23 staat voor Circulair Bouwen 2023”, licht de staatssecretaris toe. “Het is een platform waar we samen met Rijkswaterstaat, de Bouwcampus in Delft en de NEN het initiatief nemen om vóór 2023 nationale, bouwsector-brede afspraken op te stellen over circulair bouwen. Als eerste stap hebben we afgesproken wat we precies verstaan onder circulair bouwen, methodes bedacht om circulariteit te meten en normen ontwikkeld waaraan gebouwen moeten voldoen. De eerste voorstellen hiervoor liggen nu klaar en worden besproken met de bouwsector. Bij zulke hoge ambities is het belangrijk dat overheid en markt samen optrekken. Die samenwerking is de enige manier om veel meer circulair te bouwen.”

European Medicines Agency

Aan de Amsterdamse Zuidas realiseert het Rijksvastgoedbedrijf momenteel een kantoorgebouw met een conferentiecentrum voor de European Medicines Agency (EMA). Een schoolvoorbeeld voor nieuwbouw in de toekomst? Raymond Knops: “Ik ben trots dat het Rijksvastgoedbedrijf dit project zo goed uitvoert. Het wordt een mooi gebouw. Een moderne bouwtechniek, slim plannen en lef maken dit nieuwe gebouw state-of-the-art en klaar voor de toekomst. Als je kijkt naar het materiaal en de duurzaamheid, dan voldoet het helemaal aan de eisen van deze tijd. Het is een bijna energieneutraal gebouw. De gevels zijn van aluminium en bestaan voor een groot percentage uit hergebruikt materiaal. Ze zijn eenvoudig uit elkaar te halen en weer opnieuw te gebruiken. In de constructie is gekozen voor staal. Dit voor de snelheid, maar ook om materiaal te besparen en minder beton te gebruiken. Het beton in de kern van het gebouw kwam tot stand door een moderne manier van storten. Met een glijbekisting werkten twee ploegen vierentwintig uur per dag in diensten van twaalf uur. De kern groeide tien centimeter per uur, dat is een verdieping per dag.”

Voorbeeldfunctie

Ook als het gaat om renovatie staat het duurzame en circulaire gedachtegoed centraal bij het Rijksvastgoedbedrijf. “We kopen duurzaam in en gebruiken zo min mogelijk energie”, benadrukt de staatssecretaris. “Bijvoorbeeld door efficiënter gebruik van ons vastgoed en door het verbeteren van de installaties die voor het luchtklimaat in gebouwen zorgen. Bij renovatie en herontwikkeling van vastgoed gebruiken we zoveel mogelijk materialen en grondstoffen die al eerder in een ander gebouw of voorwerp zaten. Als grote vastgoedbeheerder willen we een voorbeeld zijn door de manier waarop we omgaan met mensen, klimaat, economie en grondstoffen. Andere vastgoedeigenaren kijken vaak naar het Rijksvastgoedbedrijf. Dat merken we aan de reacties en de vragen die zij aan ons stellen. Als je kijkt naar de Rijkskantoren, dan doen we wat er mag worden verwacht op grond van de geldende wet- en regelgeving en de ambities van het kabinet. Op sommige gebieden is een inhaalslag nodig (zoals bij de defensiegebouwen). Daar werken we hard aan.”

9 Petajoule

De oppervlakte van de Rijkskantoren (exclusief defensie- en gevangenislocaties) beslaat 2.4 miljoen m² BVO en bestaat uit 225 gebouwen. “De afgelopen jaren zijn al veel gebouwen verduurzaamd”, stelt Raymond Knops. “Hierdoor heeft een groot deel van de kantoren label A of beter (20% van de gebouwen, 38% van de vierkante meters). Het gemiddelde Rijkskantoor heeft label C. Samen met andere overheids- en marktpartijen en kennisinstellingen onderzoeken we hoe we nog meer circulair kunnen bouwen en verbouwen. Platform CB’23 helpt daarbij. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft daarnaast ook veel grond. De windmolens en zonnepanelen daar wekken veel energie op. Hiermee levert het Rijk een bijdrage aan de duurzame energiedoelen van Nederland. Op Rijksgronden wordt op dit moment al 9PJ (Petajoule) per jaar opgewekt, dit is genoeg stroom voor 700.000 huishoudens en bijna drie keer zoveel als de Rijksoverheid zelf aan energie verbruikt. De komende jaren willen we in samenwerking met Rijkswaterstaat en het ministerie van Economische Zaken nog meer duurzame energie gaan opwekken.”